Ik lees elke maand een boek op mijn vakgebied (tips welkom!) en regelmatig valt het tegen, dan lees toch niet veel nieuws. Deze maand niet: Peak geschreven door Anders Ericsson en Robert Pool is een fantastisch boek wat me veel nieuwe ideeën en inzichten gaf. Ik kende het woord ‘deliberate practice’ maar snap nu eigenlijk pas wat het inhoudt. Ik heb al verschillende mensen enthousiast verteld over dit boek. De schrijvers hebben veel onderzoek gedaan naar topsporters en experts die de top hebben bereikt in hun vak. Dit levert veel inzicht op in hoe je kunt leren om goed in je vak te worden. Ze noemen het zelf “the science of expertise”. Hoe wordt iemand een expert?
Een aantal van mijn eye-openers
Niet talent maar oefenen brengt je ver
Onderzoek bij vioolspelers brengt dit heel helder aan het licht. We denken dat de top violisten allemaal natuurtalentjes zijn. Geboren met een vioolstok in hun hand. Echter een onderzoek onder muzikanten toont aan dat gemiddelde spelers 3420 uur hadden geoefend (tot 18 jaar oud), de betere 5301 uur maar de besten 7410 uur! Dit toont aan dat oefenen veel belangrijker is dan aangeboren talent. Had ik toch door moeten zetten met mandoline les :).
2. Veel doen maakt je niet beter in je vak
Ik ben erg van de praktijk. Leren door te doen. Ik was ervan overtuigd dat zelf aan de slag in de praktijk je vanzelf beter maakt. Een ervaren autobestuurder is beter dan een starter en een arts die al 20 jaar praktiseert beter dan een jonkie. Maar dat is niet zo. Onderzoek toont aan dat je in de praktijk wel het niveau bereikt van ‘gemiddelde prestatie’ en een automatisme in handelen. Echter na dit niveau wordt je niet automatisch beter door te doen. Een dokter die all 20 jaar in het vak zit kan slechter presteren dan een dokter met 5 jaar ervaring. Als je wel beter wilt worden heb je ‘deliberate practice’ ook wel genoemd ‘purposeful practice’ nodig: bewust en doelgericht oefenen. Overigens is het ook prima als je niet beter wilt worden in iets – zo zwem ik voor de beweging en heb geen enkele ambitie om sneller te gaan zwemmen.
3. Met bewust moeilijkere dingen doen kom je vooruit
In één van de onderzoeken moet een student steeds meer getallen onthouden. Als het goed ging, kreeg hij steeds meer cijfers. Werd het lastig, dan gingen ze terug naar iets minder getallen. De kern hierbij is dat je oprekt wat iemand al kan. Wat ik super interessant vond is dat de student soms op een barrière stuitte en dacht dat hij aan de max van het aantal getallen zat. Maar dan vond hij een nieuw manier om een logica in de cijfers aan te brengen en kon hij weer verder, toch weer meer cijfers onthouden.
Ik heb dit zelf ervaren bij Wordblitz (de app voor het spelletje Boggle). Na de start ontdekte ik dat ik hoger kon scoren door op de 3X en 2X letterwaarde te letten. Daarna dacht ik dat ik niet kon verbeteren. Een tijd heb ik me gefocust op de langere woorden. Dan ben je eerst trager maar kon je uiteindelijk wel verder. En nu heb ik gevonden dat kijken bij het totaal aantal woorden helpt je bewust te worden van de gemiste woorden. Peak: “je ontwikkelt nieuwe mentale voorstellingen”- nieuwe manieren van kijken.
4. Deliberate practice: leer van de besten en weet wat een goede prestatie is
Er is een verschil tussen purposeful en deliberate practice. Bij purposeful wil je beter worden in iets, bv. een hogere score halen. Bij deliberate practice weet je wat een goede standaard is en werk je daar naar toe. Hierbij wordt de standaard bepaald door goede mensen in het vak. Het helpt dan om een trainer of coach te hebben die de standaard kent en jou kan helpen. Hoe kom je daaraan in een vakgebied wat minder zichtbaar is dan in de wereld van atletiek waar de wereldrecords bekend zijn? Je kunt hier achter komen door mensen de experts aan te laten wijzen en hen te interviewen. Hardop denken terwijl ze aan het werk zijn is een goede vorm daarvoor. Een leuk voorbeeld is van een schrijver die artikelen die hij goed vindt probeert zelf te schrijven. Ik heb een schilderij van Marlene Dumas nageschilderd en heb daar inderdaad best veel van geleerd qua kleurkeuze.
5. Feedback is nodig
Tijdens het oefenen heb je feedback nodig. Doe je het goed? Wanneer zit je op een plateau? Het helpt als je een coach hebt die je kan observeren en feedback kan geven.
Hoe vertaal je dit naar leren en opleiden?
Ik haal er een aantal belangrijke ideeën uit (die ik soms al wellicht minder bewust toepas). Dat is: ga op zoek naar de experts voor de standaard, zorg dat mensen oefenen en feedback krijgen. Help ‘mental representations’ ontwikkelen. In het ontwikkelen van de module mission safety voor defensie heb ik gevraagd wat commandanten doen die het goed doen. Daarvan hebben we 3 situaties nagespeeld. In onze leergang maken deelnemers een blended ontwerp en krijgen peer feedback en van ons als begeleiders/ experts.
In Peak wordt genoemd dat technologie nieuwe mogelijkheden biedt. Het interessante van video is dat je real world ervaringen kunt opnemen op video. Denk ook aan het succes van de YouTube leraren. Niet alleen leerlingen kunnen daarvan leren, maar ook juist andere docenten zouden kunnen afkijken. Ook is Working Outloud interessant als benadering, evenals samenwerken in projecten en Peer assists. Het vak scheikunde op een school is verbeterd met deze inzichten. Voorheen werd vooral feiten geleerd. Nu krijgen studenten vragen en taken. Bij het beantwoorden moesten ze hardop denken en fouten werden gecorrigeerd, soms door student assistenten, soms door de leraar. De belangrijkste winst was dat ze meteen gecorrigeerd werden in denkfouten.
Wat ik bewuster ga doen:
Altijd vragen naar wie het nu al heel goed doen en waarom. Deze experts interviewen en naar boven halen hoe zij denken: wat zijn hun modellen? hoe kijken zij naar een probleem?
Zorgen voor tijd om te oefenen en voldoende feedback geven om fouten te corrigeren
Aandacht aan mentale modellen besteden, bv door gebruik van modellen of mensen zelf laten tekenen.
Op de OEB conferentie heb ik samen met Steven van Luipen en Ite Smit een workshop gegeven over ‘social learning byhumour and playful design‘. Dit was superleuk om te doen, er was een groep Deense docenten die samen al veel lol hadden maar ook echt wilden leren hoe ze humor nog meer kunnen gebruiken in hun lessen. De brainstorm tijdens deze sessie leverde allerlei leuke ideeën op. Dat was weer input voor een lijst van 50 werkvormen met humor. Deze blog is ook in het Engels gepubliceerd door OEB.
Humor heeft veel voordelen. Uit onderzoek blijkt dat humor niet alleen invloed heeft op de manier waarop je je voelt, maar ook invloed heeft op innovatie en leren. Er is een verschil tussen humor gerelateerd aan het onderwerp wat je doceert en ‘losse humor’ zoals in ijsbrekers die niets met de sessie te maken hebben. Het eerste kan het onthouden verbeteren en verhoogt het leereffect . Het tweede kan de sfeer beïnvloeden en het vertrouwen. Dit laatste is van belang om openheid te bevorderen.
In deze blog vind je 50 werkvormen die je kunt gebruiken om humor in een online sessie te brengen. Deze werkvormen zijn verzameld in samenwerking met Natasja van Schaik, Steven van Luipen en Ite Smit. We hebben de 50 humor ideeën onderverdeeld in vier rubrieken op basis van twee criteria: hoeveel tijd het kost (moeilijk – makkelijk) en of je het koppelt aan de inhoud of niet.
Makkelijk en gelinkt aan de inhoud
Moeilijk en gelinkt aan de inhoud
Makkelijk en niet gelinkt aan de inhoud
Moeilijk en niet gelinkt aan de inhoud
Makkelijk – gelinkt aan de inhoud
Illustratie: Cartoons verzamelen
1 Er zit een rare vraag in mijn quiz
In een quiz kun je humor toevoegen, via grappige vragen of antwoorden. Vraag bijvoorbeeld in een les over Aristoteles ook eens naar zijn lievelingseten, of voeg rare antwoorden toe die duidelijk fout zijn maar een lach tevoorschijn kunnen toveren. Dit kan in een online quiz met tools als Kahoot of Mentimeter.
2. Zeg het met cartoons
Een cartoon vertelt op een grappige manier een mening. Laat deelnemers hun ideeën via cartoons uitdrukken. Je kunt deelnemers een cartoon laten kiezen en de cartoons verzamelen op een online brainstorm muur. Je kunt ook een aantal cartoons die jij hebt gekozen laten zien en mensen er eentje laten kiezen. De cartoons zou je ook voor jezelf alvast kunnen verzamelen op Pinterest. Zie onze verzameling rond online technologie.
3. Jouw standpunt via een tekening
Cartoons werken ook om standpunten te vertolken. Om deelnemers hun standpunt in te laten nemen, hang je bijvoorbeeld drie verschillende cartoons op een whiteboard of brainstorm muur die een mening uitlokken. Deelnemers kunnen hun naam zetten bij de cartoon die het beste past bij hun standpunt. Een grappig vertrekpunt voor een dialoog.
4. Extreme fouten
Bij ons allemaal gaan dingen wel eens fout, maar er zijn altijd wel voorbeelden van waar het nog veel fouter ging. Zoek online een voorbeeld van iets dat heel erg mis ging als filmpje, foto of kort verhaal bij het onderwerp waarover jouw sessie gaat en laat dat zien aan de deelnemers. Eventueel kun je de deelnemers ook nog zelf een voorbeeld laten zoeken als opwarmoefening.
5. Puzzelen met een rebus
Rebussen zijn erg leuk om te maken en om op te lossen. Maak eens een rebus voor een opdracht in een training of een onderwerp op een agenda. Je kunt een rebus maken door plaatjes en letters uit te knippen. Je kunt ook met emoticons werken. En als je het jezelf makkelijk wilt maken dan kun je de rebus maken via de website van de Rebusclub. Je bent dan binnen een minuut klaar.
6. Een grappig verhaal delen als amateur Stand-up comedian
Grappig zijn kun je leren. Behalve spontane grappen kun je ook anecdotes verzamelen en deze in je les vertellen. Dit vereist wat lef en oefening.
De dagelijkse praktijk biedt veel humorvolle situaties. Het enige dat je hoeft te doen is te kijken door ‘de lens van humor’. Zit je in een Zoom-meeting en komt je kind in beeld? Je kunt je ervoor schamen, maar je kunt er ook om lachen. Loop in de gedachten je eigen ervaringen door. Zijn er situaties waar je een grappig verhaal van kunt maken? Je hoeft de waarheid geen geweld aan te doen, maar met een beetje overdrijving wordt het nog grappiger. Je kunt deze inzetten rond het onderwerp van je les. Je kunt natuurlijk ook een grappig verhaal delen wat niet over de inhoud gaat. Grappige verhalen brengen luchtigheid in de groep, dat bevordert de creativiteit. Voorbeeld: Luister naar de start van de presentatie van Fons Trompenaar
7. Een ander plaatje
Plaatjes kun je op veel manieren gebruiken; in een presentatie, in een mail, in de chat. Je kunt mensen verrassen door een grappig plaatje te gebruiken, of een plaatje dat afwijkt van de context. Je kunt een plaatje googelen, maar er zijn online ook andere gratis mogelijkheden om een plaatje te maken. Ben je creatief aangelegd, dan kun je een plaatje maken met Canva.com. Maar je kunt het jezelf ook makkelijk maken en Tenor.com gebruiken.
8. Zeg het met je eigen tekstballonnetjes
Laat deelnemers een cartoon met lege tekstballonnetjes aanvullen met eigen teksten. Het stimuleert hun creativiteit terwijl ze wel gevoelige onderwerpen kunnen aankaarten. Kies een cartoon waarbij mensen getriggerd worden om iets te verzinnen, zie bijvoorbeeld deze cartoon waarin een vrouw een kettingzaag mee neemt naar een vergadering (door Tom Fishburne)
9. Deel je mening via een gifje
Een gifje is zo’n bewegend plaatje. In Teams kun je via de chat een gifje kiezen en delen. In Zoom kun je via de chat allerlei emoji’s vinden. Vraag deelnemers eens hun mening uit te drukken via een gifje of emoji in de chat. Je kunt dit inzetten als check-in maar ook als evaluatie. Een alternatieve manier is om een aantal gifjes op een brainstorm muur te zetten en mensen daar hun gifje te laten kiezen.
10. Powerpoint karaoke
Powerpoint karaoke is een combi van powerpoint met karaoke. In plaats van zingen geef je nu een presentatie op basis van een slidedeck die je nog nooit eerder hebt gezien. Dit kun je doen met serieuze slides, maar je kunt er natuurlijk ook gekke slides aan toevoegen. Een variant op de powerpoint karaoke is de Edtech conferentie titel generator. Je kunt mensen uitnodigen een korte uitleg te geven van een onverwachte conferentie titel.
11. De funniest youtube clips
Soms zegt een video exact wat je wilt zeggen. Er zijn bestaande grappige videos die je goed kunt gebruiken. Denk aan de videos van the office voor leiderschapstrajecten. Probeer je bijvoorbeeld duidelijk te maken dat zelfregie in je training belangrijk is? Start dan bijvoorbeeld met het filmpje: ‘Man vast op roltrap‘.
Tip: Maak een playlist met grappige videos voor jezelf op Youtube, waar je makkelijk uit kunt putten. Een leuke manier om zo’n playlist te maken is om elke vrijdag grappige videos te verzamelen met je team.
12. Strooi met fun facts
Heb je een zwaar onderwerp? Het kan wat lucht in een sessie over een moeilijk onderwerp brengen als je wat fun facts paraat hebt. Denk aan facts als: Wist je dat het illegaal is om slechts één cavia te bezitten in Zwitserland? Of Wist je dat er meer CEOs zijn die Peter heten dan vrouwelijke CEOs?
13. Speel serious BINGO
Je kent misschien wel de songfestival BINGO, de virtual meeting BINGO of de meeting hell BINGO? Je mag BINGO vakje wegstrepen als de dingen op je kaart voorkomen. Je kunt zelf een BINGO kaart maken , bv. met een aantal ervaringen in relatie tot jouw onderwerp. Denk bij blended leren aan: ‘iemand die wel eens een podcast heeft gemaakt’. De deelnemers gaan in 3-4 rondes in breakouts met elkaar in gesprek en proberen hun kaart te vullen. Wie het eerst BINGO heeft gaat terug naar de hoofdruimte. Hier kun je online gratis virtuele bingo kaarten maken.
Je kent vast wel LuckyTV. Sander van der Pavert spreekt hierbij een videofragment opnieuw in met eigen teksten. Dit kun je ook zelf. Neem bijvoorbeeld een video van een bekend persoon die met jouw onderwerp te maken heeft. Denk aan Rutte of Obama als je het over leiderschap hebt. Hier spreek je je eigen tekst bij in. Een variant hierop is een video kiezen in een vreemde taal en hier een eigen ondertiteling bij maken. Zie bijvoorbeeld deze video van Kim Jong Un op Youtube
15. Samen een Lipdub video maken
Een lipdub is een videoclip, bestaande uit één enkele opname, waarin je met een groep mensen een muzieknummer uitbeeldt. Dat is meteen de leukste uitdaging: zonder te stoppen met filmen in een non-stop shot een videoclip maken. Kies een lied wat bij jullie onderwerp past. Een variant is een lipdub waarbij je zelf een nieuwe tekst maakt op een bestaand nummer. Voorbeeld: 50 jaar Wulverhorst Lipdub Brand new day
16. Speel pictionary met concepten
Pictionary kun je in teams spelen. Je laat je iemand tekenen en het team moet raden wat het is. Elk goed antwoord binnen de tijd is een punt. Je kunt dit doen op een whiteboard of bijvoorbeeld een Google jamboard. Maak zelf kaartjes met onderwerpen die je via de chat of Whatapp doorgeeft aan de tekenaar. Je kunt hier bijvoorbeeld belangrijke concepten voor nemen uit je les of training. Variant: Je kunt ook drawful kopen spelen. Hierbij kun je tegelijkertijd tekenen en titels verzinnen.
17. Zoek de fouten in de tekst
Je kunt fouten verstoppen in een tekst of quiz die deelnemers of studenten moeten zoeken. Deel een artikel van eigen hand en stop daar 3 fouten in. Vraag de lezers welke fouten zij ontdekken. Je kunt er ook voor kiezen het niet te vertellen en kijken wie de fouten ontdekt. Voorbeeld: Ionica Smeets vraagt studenten in een voetnoot van een lesopdracht of toets wel eens om een foto van een huisdier te sturen.
18. Maak kennisclips met humor
We zijn geneigd kennisclips heel serieus te maken. Je kunt video’s maken waar humor in zit, bijvoorbeeld een terugkerende grap. Een mooi voorbeeld is de historische comedy ‘Welkom in de Middeleeuwen’. Dat is een professionele productie, maar je kunt het natuurlijk ook zelf doen.
19. Organiseer een speurtocht
Met een speurtocht met inhoudelijke vragen combineer je spel met inhoud. Met apps als Seppo of Goosechase kun je een wandeling voor je studenten of deelnemers uitzetten langs specifieke punten. Je kunt ze multiple choice vragen stellen, maar ook vragen om foto’s te maken. Laat bijvoorbeeld deelnemers een voorbijganger interviewen over online leren en de resultaten (met foto!) delen via de app.
20. Van A naar B op wikipedia. Melk doet je denken aan..
Melk doet je denken aan koe, baby, wit, zuivel. Waar denkt wikipedia allemaal aan rond jouw onderwerp? Vraag deelnemers het onderwerp in wikipedia op te zoeken en vervolgens 15 keer ergens op door te klikken. Schrijf de 15 klikwoorden op. Laat elkaar de associatieketen zien en trek daar lering uit. Een variant is om in de minste stappen van het ene artikel naar het andere te komen bijvoorbeeld van melk naar overstromingen in Bangladesh.
21. Zeg het met je achtergrond
In een videogesprek op Zoom of Teams kunnen deelnemers zelf hun achtergrond aanpassen. Gebruik dit binnen een training. Laat iedereen een foto van hun mening plaatsen. Je kunt het ook toepassen in een voorstelronde waarbij je iedereen eerst vraagt een achtergrond te kiezen van zijn/haar favoriete vakantiebestemming.
Tip: Houd er rekening mee dat het wisselen van achtergronden even tijd kan kosten, zeker als deelnemers zelf gevonden achtergronden moeten plaatsen. Je kunt ook 3 verschillende achtergrondjes op een plek zetten die ze zelf kunnen downloaden. Of waarschuw ze al vantevoren.
22. Blog met humor
Blogs zijn een mooie manier om humor op het werk te brengen. Je kunt een blog schrijven vanuit een fictief personage die de situaties, die jij op het werk meemaakt, vanuit een ander perspectief beschrijft. Een andere vorm is een rubriek op internet waarvoor je mensen uitnodigt om anekdotes te delen, laat ze een ‘Ikje’ schrijven zoals de rubriek in het NRC.
23. Online ganzenborden
In een online brainstorm tool als Miro of Mural kun je je eigen ganzenbord maken. Je kunt serieuze vragen koppelen aan een ganzenbord vakje maar natuurlijk stop je er ook grappige vragen tussen. De vragen en antwoorden zet je op post-its boven elkaar. Met een post-it met een nummertje er bovenop. Succes verzekerd!
24. Een animatie maken
Er zijn verschillende programma’s waarmee je makkelijk zelf een korte animatie kunt maken. Je kiest de poppetjes en kunt een tekst inspreken. Je kunt bijvoorbeeld gebruik maken van Powtoon of Vyond. Het is meteen een grappig effect, zeker als je een poppetje gebruikt wat op jezelf lijkt.
25. Spotify lijst met songs over onderwerp
Wil je je deelnemers echt verrassen? Maak dan een spotify playlist met liedjes die iets zeggen over je onderwerp. Of zorg dat de eerste woorden van de titels samen een zin vormen die ze goed moeten onthouden.
26. Een heel simpel liedje over een best wel ingewikkeld onderwerp in 1 minuut
In het programma Even tot hier zit het onderdeel “een heel simpel liedje over een best wel ingewikkeld onderwerp” in 1 minuut. Deze is heel leuk maar vraagt wel wat voorbereiding. Zo moet je zelf een best wel ingewikkeld lied maken :). Hier vind je de akkoorden en hier en hier een karaoke versie. Bekijk de AZC’s in 1 minuut ter inspiratie.
Je kunt aandacht geven aan grappige situaties. Vraag deelnemers naar grappige ervaringen van de afgelopen week, of rond een bepaald onderwerp. Stel dat je een training hebt voor online trainers kun je starten met het grappigste moment tijdens een online training. Voorbeeld: in de coronatijd begon een docent de les met het uitwisselen van grappige momenten online door de studenten. Een student had ooit een online examen moeten afbreken omdat de leraar zichzelf tussendoor had buitengesloten, tijdens het binnenlaten van de kat.
28. Breek het ijs met een slechte grap
Het ongemak bij een training waarbij deelnemers elkaar nog niet goed kennen, kun je doorbreken door te beginnen met een hele slechte grap. Bij voorkeur houd je je gezicht daarna nog even in de plooi, voordat je duidelijk maakt dat dit zo gepland was.
29. Raad waar de vage foto over gaat
In voorbereiding op een sessie verzamel je een paar foto’s of fragmenten van foto’s, bijvoorbeeld van eerdere sessies met de deelnemersgroep of van het onderwerp van jouw training. Verlaag de resolutie van de foto sterk of zoom op een klein stukje in, waardoor het herkennen moeilijk wordt. Gebruik een paar van deze vage foto’s als opwarmoefening en laat de deelnemers roepen wat ze denken dat het is. Vergeet niet de originele foto’s achter de hand te hebben om te laten zien als een foto geraden wordt – of niet.
30. Verstop een onzichtbare gorilla in je presentatie
Als je een presentatie geeft, zeker als je ze daarbij een opdracht geeft om op één onderdeel of aspect goed te letten, krijgen mensen ‘selectieve aandacht’ en zullen ze bepaalde, eigenlijk heel opvallende zaken niet opmerken. Dat zie je goed in het beroemde ‘gorilla experiment’, waarbij mensen geconcentreerd kijken naar het overgooien van een bal, terwijl ze de gorilla in beeld missen. Een leuke experiment is om op een paar plaatsen in je presentatie zo’n opvallend element te verwerken. Als niemand het tijdens je presentatie opmerkt, kun je het op het eind vragen: is jullie iets opgevallen?
31. Verzamel voorwerpen thuis
Een leuke startoefening of tussentijdse energizer in een online sessie gaat over het vinden van voorwerpen in het huis van de deelnemers. Vraag wie het snelste iets blauws vindt, of twee voorwerpen met die beginnen met een M en houden die in beeld. Uiteraard controleer je het even als het niet direct duidelijk is: is iedereen het ermee eens dat een ‘Mooie pen’ met een M begint? Als je nog een stapje verder wilt gaan zet je negen voorwerpen in een grid van drie bij drie op het scherm. Het is aan de deelnemers om de voorwerpen uit één rij (horizontaal, verticaal of diagonaal) te vinden.
32. Steen – papier- schaar
Het bekende spelletje steen- papier- schaar kun je ook online spelen. De schaar wint van papier, papier wint van de steen, de steen wint van de schaar. Laat steeds twee mensen tegen elkaar spelen terwijl anderen kijken, of laat iedereen in breakouts spelen. Extra leuk: van tevoren een echte pen, papier en schaar naar de deelnemers sturen per post.
33. Organiseer een verkleedpartij
Als je doelgroep daar in voor is, kun je online ook verkleedspelletjes doen. Je kunt bijvoorbeeld drie mensen vragen iemand te kiezen waarop ze gaan lijken door zich te verkleden. De anderen moeten dan raden als wie ze verkleed zijn. Voorbeeld opdracht: kijk 2 minuten naar iemand anders. Doe dan je video uit en verkleed je zo in 2 minuten als de ander. Dan kom je terug en ra ra…
Een variant is om mensen van tevoren de opdracht te geven zich in een bepaalde stijl te kleden bijvoorbeeld allemaal in oranje. Of vraag mensen een outfit te kiezen en vooraf een detailfoto daarvan te delen. In een quiz daarover kan iedereen zijn stem uitbrengen, en dan volgt de onthulling.
34. Six degrees of separation: aan welke cabaretier ben jij gekoppeld?
‘Six degrees of separation’ gaat ervan uit dat iedere persoon op aarde maximaal zes stappen verwijderd is van een ander persoon. In een kennismakingsoefening in een training waar mensen elkaar nog niet kennen geef je duo’s de tijd om uit te vinden via welke personen zij aan elkaar verbonden zijn (anders dan via de training zelf). Een variant is: wie is in de minste stappen aan een cabaretier of bekende persoon gekoppeld? Gebruik je social media zoals LinkedIn om dat uit te vinden.
35. Accidentisme
Accidentisme is gebaseerd op toeval. Schilderijen van onbekende personen kunnen zomaar heel erg lijken op je collega. Verzamel een reeks portretten van onbekende personen en vraag wie de deelnemers denken wie het zijn, of ze iemand kennen die er op lijkt. En bewijs dat met een foto..
36. Themasessie in stijl
Bij een sessie rond een bepaald thema vraag je de (online) deelnemers zich op dat thema voor te bereiden met hun kleding, attributen en – als je nog een stapje verder wilt gaan – het eten. Gaat het over sociale media, laat deelnemers zich kleden als influencers, inclusief selfiestick, laat ze een veiligheidshelm zoeken als het over de bouw gaat, et cetera. Hilariteit gegarandeerd als de deelnemers elkaar voor het eerst zien.
37. Coole dansmoves bedenken en nadoen
Vraag je de (online) deelnemers te gaan staan voor de webcam. Zet een muziekje aan. Om de beurt mag iemand een coole dansmove doen die iedereen na doet. Als alternatief kun je samen een (korte) online dansklas volgen. Of van tevoren een aantal TikTok videos uitkiezen die deelnemers na gaan doen.
38. Een gezamenlijke playlist met favoriete liedjes
Muziek zorgt voor een goede sfeer, en het kan grappig zijn om de muzieksmaak van je mede-cursisten te ontdekken. Zo bleken er in een internationale cursus extreem veel gospel liefhebbers te zijn. Vraag deelnemers hun favoriete song te delen en maak er zelf een YouTube playlist van. Speel liedjes bij het begin van online sessie en stimuleer mensen de playlist tijdens het werk af te spelen.
39. Wie is wie op Padlet?
Zorg voor een brainstorm muur (bv padlet) vol baby foto’s. Welke baby van toen is je collega nu? Waaraan kun je dat zien? Wie de meeste goed heeft wint een uitvergroting van zijn eigen mooiste baby foto.
40. Ga eens ergens anders zitten
Heb je een online bijeenkomst of training? Verras de andere deelnemers door op een andere plek te gaan zitten. Dan kan door in huis op een andere plek te gaan zitten of door gewoon op de grond te gaan zitten of liggen. Maar je kunt ook een andere plek buitenshuis zoeken; in de Efteling hebben ze ook Wifi.
41. Bedenk een pauze opdracht voor de broodnodige ontspanning
Een online sessie kan vermoeiend zijn. Je moet vaker pauzes namen. Tijdens de pauze kun je ook een grappige opdracht verzinnen waarbij mensen wel moeten bewegen. Denk hierbij aan een online bootcamp.
Tip: Je kunt ook vragen wie de meeste mensen voor de webcam kan krijgen. Zo maak je meteen kennis met de familie en de buren.
42. Online hints
Je kunt online hints spelen. Je kent het vast wel. Om de beurt moet iemand een woord uitbeelden zonder te praten. Het spel bestaat uit de categorieën televisie, muziek, boeken, films en spreekwoorden en gezegden. Je kunt je eigen kaartjes maken maar er is een hele handige site hintsonline waar je gratis kant en klare kaartjes kunt vinden. Kijk op deze site voor een gedetailleerde uitleg.
43. Spontane humor gebruiken
Experimenteer ook eens met het gebruik van spontane humor tijdens een sessie. Als je twijfelt of het wel gepast is in een bepaalde setting, bijvoorbeeld een hele formele, ga dan niet meteen all-the-way, maar maak een paar grapjes bijvoorbeeld tijdens je presentatie. Kies een manier die jou ligt, bijvoorbeeld over ongemakkelijke situaties die je zelf ooit meemaakte.Je zult zien dat je geen stand-up comedian hoeft te zijn om toch grappen te kunnen maken.
44. Online tikkertje spelen
Online kun je tikkertje spelen in de breakout rooms. Je zet dan de mogelijkheid open voor deelnemers om zelf van breakout room naar breakout room te ‘rennen’. Dit kan bijvoorbeeld in Zoom. Maak 1 of 2 deelnemers tikker en de anderen rennen naar een zelf gekozen break-out rooms. Bij binnenkomst in een break-out room telt de tikker eerst tot 3 en roept daarna de naam van een deelnemer die nog in de break-out room zit. Deze persoon is dan de nieuwe tikker. De grap is dat je op een gegeven moment niet meer weet wie de tikker is. Ook een leuke oefening als je mensen wilt leren zelf van breakout te wisselen.
45. Spelen met handjes, hoedjes en avatars
Als je elkaar online ontmoet kun je gebruik maken van allerlei tools om de ontmoeting op te vrolijken. Je kunt de mogelijkheden van Zoom of Teams gebruiken door handjes op te steken of met confetti te strooien. Je kunt jezelf een andere naam geven in de online bijeenkomst, een hoedje of een snor.
Je kunt hier ook externe tools voor gebruiken. Een mooi voorbeeld daarvan is Snapchat. Je kunt bijvoorbeeld de Snapcamera filter gebruiken en als avatar deelnemen of verschijnen met een kat op je hoofd. Zorg wel dat je hem ook weer uit kunt zetten, wat deze advocaat niet lukte tijdens een online hoorzitting.
Misschien wist je dat je directe collega goed kan modeltekenen, maar wist je ook dat je directeur yoga-instructeur is en het hoofd van de financiële afdeling korte verhalen schrijft? In voorbereiding op een free space inventariseer je hobby’s van deelnemers en wat zij nodig hebben om in een korte workshop iets te leren aan hun collega’s. Je kunt in een free space meer workshoprondes doen, waardoor de instructeurs ook zelf workshops kunnen volgen.
47. Borrelen in Wonder
Er zijn nieuwe online tools waarbij deelnemers de vrijheid hebben om rond te lopen. Denk aan Wonder, Remo.co of Spatial.chat. Je kunt na een inhoudelijke sessie mensen vragen om hun eigen drankje te pakken en over te stappen naar een platform zoals Wonder. Ze kunnen daar rondlopen en in gesprek gaan met wie ze maar willen.
48. Morph je collega
Morphen is het ene gezicht over laten gaan in het andere wat hilarische gezichten oplevert. Je kunt bekende gezicht morphen en er een spel van maken wie het eerste ziet welk gezicht het wordt. Zet foto’s van al je teamleden in de app, start met morphen. Wie raad het snelst wie het gaat worden?. Of doe dit met bekende Nederlanders. Een app waarmee je dit kunt doen is Facefilm.
49. Ren je rot
Wie ken het niet Ren je rot met Martin Brozius? Een multiple choice quiz waarbij deelnemers naar antwoord 1, 2 of 3 rennen naar het luide: REN … JE…. ROOOOOT. Online kun je dit doen door in plaats van naar 1,2 of 3 te rennen voorwerpen te laten zoeken. Wie werkt het langst bij de organisatie? Geef drie opties. Kies je het eerste antwoord dan moet je een sinaasappel zoeken, het tweede een appel, het derde een banaan. Ren je rooooot.
Tip: Als mensen niet alles in huis hebben worden ze vast creatief en levert het juist grappige situaties op.
50. Ranking your team
Leer je collega’s op een andere manier kennen met ‘Ranking your team’, gebaseerd op het concept van ‘Ranking the stars’. Je stelt iedereen dezelfde vragen in de trant van ‘Wie zou beste overleven in de ijstijd?’ Mensen moeten individueel een ranking maken van de teamleden van hoog naar laag: wie overleeft het best, wie het minste. Je verzamelt de antwoorden en in de sessie vraag je om mensen hun lijst toe te lichten met argumenten. Ook kun je de totaalscore natuurlijk berekenen en bekend maken, net als in het televisieprogramma. Mits dat niet te schokkend is voor de teamleden :). Hier vind je hulp bij het organiseren.
Ik werd gevraagd om de gratis food systems e-course ontwerpen en faciliteren voor 500 deelnemers van over de hele wereld – ik twijfelde niet om hier ja tegen te zeggen. Ik vond dit meteen een super leuke opdracht. Zo’n grote en diverse groep! Ik zag het als mijn persoonlijke uitdaging om te zorgen dat de 500 mensen actief zouden blijven, en dat ze ook echt food systems denken zouden gaan toepassen. Het werd een traject van 5 weken: 4 met een eigen thema. Halverwege was er een inhaalweek. De tijdsinvestering was 16 uur.
Ik heb er voor gekozen om sterk in te zetten op samenwerkend leren. Dit bestond uit vier groepsopdrachten van een uur met als uiteindelijke opdracht om samen een blog te schrijven. De beste blogs werden door een expert jury beoordeeld en gepubliceerd. Overigens hebben mensen hier meer tijd in gestoken.
In het online platform kunnen we de prestaties in de cursus van verschillende typen deelnemers vergelijken. Zo hebben wij deelnemers met en zonder groepswerk vergeleken. De voortgang wordt gemeten in punten. De groepsmensen haalde duidelijk meer punten.
De gemiddelde score van de deelnemers met groepswerk was: 317,3
De gemiddelde score van de deelnemers zonder groepswerk was: 219
De groepsdeelnemers zijn dus veel actiever bezig geweest in de cursus. Het kan natuurlijk ook zijn dat deelnemers met een hogere motivatie zich wellicht eerder opgeven voor groepswerk. Ik denk zelf dat er snel een sterke band kan ontstaan, waardoor je je betrokken voelt. Zo werd in een van mijn eigen groepjes iemand ziek en kreeg van alle kanten sterkte toegewenst en bedankjes voor zijn inzet. Ook in korte tijd kan zo’n band ontstaan. Lees verder in deze blogpost als je wilt weten hoe het groepswerk is georganiseerd.
Het nieuwe boek Blended leren ontwerpen van Sibrenne Wagenaar en mij is uit! Het was leuk om het te schrijven, een creatief proces en fijn om alle kennis uit onze leergang ontwerpen en faciliteren van blended leren nu eens helder op een rijtje te zetten. We krijgen veel complimenten over de praktische toepasbaarheid en de vele tips die erin staan. Ook nog wel grappig: de twee schrijfdagen zouden we samen in Utrecht werken, echter ivm verkoudheid van Sibrenne ging dat niet door. We zijn toen online gaan schrijven: starten met Skype, een outline in Jamboard gemaakt, schrijven in Google documenten. Tussendoor stelde we elkaar vragen of deelden nieuwe ideeën via de Skype chat. Dit werkte eigenlijk zo goed dat we het zijn blijven doen.
De beschrijving van het boek is: “Online leren hoeft helemaal geen slap aftreksel te zijn van een serie bijeenkomsten in een zaaltje. Sterker nog: een doordachte blend van online en offline leren, van groepswerk en individueel werk, van leren op je eigen tijd en leren met anderen tegelijk, is veel effectiever dan de traditionele opzet. Voeg daar nog de voordelen van meer flexibiliteit in tijd en plaats en meer autonomie voor de lerende aan toe, en je begrijpt waarom blended leren niet meer weg te denken is uit het ontwikkellandschap van vandaag.”
We zijn twee keer geïnterviewd voor een podcast dus als je het leuk vindt om te luisteren naar ons verhaal over het boek kan dat:
In een reeks over ‘De kunst van online trainen‘, gemaakt door Peter Steenkamer, en met Ria van Dinteren en Karin de Galan vind je een podcast van ons. Die kun je hier beluisteren.
Om het boek te lanceren zijn we een bezorg en coach actie gestart en hebben het boek bij drie mensen zelf thuis bezorgd. Dat was heel feestelijk met een hartelijke ontvangst bij Paula, Marcel en Suzanne.
Wil je het boek bestellen dat kan via deze link. Wil je zelf eens een boek schrijven? Ik kwam vanochtend wel een een goede uitleg tegen op Frankwatching. Of vraag het aan ons :).
Ik heb een hele week lang een uitwisseling van een alliantie uit 13 landen online gefaciliteerd. Van Guatemala tot Indonesië. Ja dat is super leuk! Het leukste vond ik dat ik een aantal mensen voor mijn gevoel aan het einde van de week wel heb leren kennen. Natuurlijk kwam de online week voort uit de corona crisis en hadden we meer lol kunnen hebben allemaal samen in Nederland. Van de andere kant, zouden er in Nederland maar 20 mensen samen zijn gekomen en hebben we nu wel 40-45 mensen bij onze uitwisselingen kunnen betrekken. Of eigenlijk nog meer maar een vaste groep van 35 Engelstaligen en ongeveer 7 Spaanstaligen. In onderstaande video met de titel ‘een week opgesloten in een kamer’ deel ik mijn ervaringen.
Een week opgesloten in een kamer is natuurlijk wat gechargeerd. Ik had juist zoveel mogelijk mijn agenda verder helemaal leeg gehouden, waardoor het niet voelde als een extreem drukke week, de week ervoor overigens wel. Ik ben tussendoor regelmatig even naar buiten gegaan.
Het is natuurlijk fijn zoiets als team te doen. Ik had een groepje van 3 collega’s uit de alliantie waar ik mee samen werkte. Daarmee had ik een Whatsapp groep, die we vooral gebruikten om even kort af te stemmen wie wat doet. We startten elke dag om 9 uur met een terugblik en een vooruit blik. Als kers op de taart konden we de week met de 15 Nederlandse deelnemers wel afsluiten met een borrel. Hieronder de wordcloud als evaluatie door de deelnemers. Ik was gelukkig niet de enige die enthousiast was over de week!
Ongeveer 5 jaar geleden was ik met een groepje collega’s aan het brainstormen over het ontwerp van een workshop. Iemand riep: een fileworkshop!. Ik had daar meteen een visioen bij van een workshop in de trein om de file te vermijden. Het is altijd in mijn hoofd blijven hangen als iets wat ik nog een keer zou willen organiseren. Een fileworkshop met start in de trein. Maar ja, het is lastig praktisch te maken want er zijn altijd mensen die toch in de auto (willen) komen.
Vorig jaar zat ik weer in een brainstorm voor de viering van het 10-jarig bestaan van Ennuonline. Het file idee werd getweakt. Niet in de trein starten maar wel in groepjes op een verschillende lokatie en dan via opdrachten naar de plek van de viering. Seppo.io bleek hier perfect voor te zijn.
Wil je meer weten over Seppo? Op Ennuonline kun je het hele bericht lezen. Tip: je kunt je daar ook abonneren om alle nieuwe blogs via email te ontvangen.
Beau is de chatbot die ik samen met Kirste den Hollander en Steven van Luipen heb ontwikkeld als prototype. We wilden graag kijken of je een chatbot in kunt zetten om reflectie te ondersteunen. En dat kan zeker! Ik ben enthousiast over de mogelijkheden, al zie ik ook de beperkingen van Beau. Beau is een gescripte bot, waarbij geen kunstmatige intelligentie gebruikt wordt. De conversatie van Beau is gebaseerd op een de methode van de biechtbox, een beproefde methodiek ontwikkeld door Kirste den Hollander om in gesprek te gaan over fouten. De biecht wordt hierbij afgenomen door iemand die live vragen stelt. Het voordeel van ‘biechten’ via een bot is dat je het op elk moment kunt doen, het kost geen tijd van een biechtafnemer, en je bent in je hoofd niet bezig met wat je gesprekspartner er van vindt. Een nadeel van Beau is dat hij niet geoptimaliseerd is om regelmatig te reflecteren omdat hij start met nadenken over wat een fout is.
51 mensen in gesprek met Beau
We hebben mensen online en tijdens Next Learning 2018 gevraagd of ze Beau wilden testen en een survey invullen. 51 mensen hebben dit gedaan. Onze conclusies:
De meeste mensen zijn positief over het gebruik van Beau, de toon en het taalgebruik in het gesprek. Maar nog belangrijker: de helft heeft door het gesprek een nieuw inzicht opgedaan. Met een chatbot praten in plaats van een mens, en typen in plaats van praten helpt het reflectieproces zelfs vaak. Het geeft mensen tijd om na te denken en stelt ze in staat om zelf het ritme van het gesprek te bepalen. In de live biecht staat de reflectie van een biechter centraal en de biechtafnemer stelt alleen vragen. Die positie kan een chatbot perfect overnemen.
Wij zien verschillende mogelijkheden om een chatbot voor reflectie in te zetten. Je kunt mensen stimuleren om dit regelmatig individueel te doen of je kunt als team afspreken om van een reflectiebot gebruik te maken en hier op regelmatige tijden over uit te wisselen. Het is dan wel van belang om er rekening mee te houden dat een (kleine) groep mensen veel weerstand heeft tegen het reflecteren met een chatbot.
Meer weten?
De resultaten van dit onderzoek hebben we samengevat in een artikel wat gepubliceerd is in het tijdschrift TvOO van september 2018. Klik hier om het te downloaden. Inmiddels hebben we het artikel ook in het Engels geschreven. Die kun je hier downloaden.
Ik heb veel geleerd en gelezen, inclusief ervaringen met IBM Watson. wil je zelf ook leren over bots en misschien zelfs wel een eerste verkenning doen naar mogelijke bots? Kijk dan ook eens naar deze workshop die ik vanuit Ennuonline aanbied.
Waarom zou je werken met personas bij het ontwerpen van online of blended leren? In deze blog wil ik je enthousiast maken voor het werken met personas. Het werken met personas is niet alleen handig voor marketing professionals maar ook nuttig in een ontwerpproces voor leertrajecten.
Abdel woont in de hoofdstad van Mali, studeert om journalist te worden en is leergierig. Hij heeft toegang tot internet via de universiteit via zijn Huawei smartphone. Hij wil graag leren hoe hij in contact kan komen met andere studenten in andere steden in West-Africa en hij wil graag als journalist ontwikkelingen uit Mali delen met de rest van de wereld.
Hawa woont op het platteland van Mali en koopt toegang tot mobiel internet, zo heeft ze 3 keer per week een uurtje toegang tot internet. Ze wil graag leren hoe ze voor de NGO waar ze mee werkt korte videos kan maken over haar leven. Dit hebben ze haar namelijk gevraagd.
Abdel en Hawa bestaan niet echt maar zijn personas die we hebben getekend en besproken tijdens het ontwerp van een online cursus burgerjournalistiek voor mensen in Mali. De namen Abdel en Hawa komen nog vaak terug: als Hawa maar 3 keer per week kan inloggen moeten we toch eigenlijk wel een week de tijd geven voor de foto-opdracht toch? Het leidt ook tot de discussie of we eigenlijk wel één cursus kunnen ontwerpen voor Abdel en Hawa. Zo komen we tot de oplossing van wekelijkse bonus opdrachten omdat Abdel anders misschien wel afhaakt.
Abdel en Hawa bewijzen hun nut in dit ontwerpproces omdat we zo in de huid kruipen van onze doelgroep. We kunnen het ontwerp zo continu toetsen aan de praktijk.
Zijn personas eigenlijk niet een marketing hype?
Het werken met personas komt inderdaad uit de hoek van marketing en design thinking. Een persona is een zeer gedetailleerde omschrijving van een gebruiker van een product of dienst. Marketeers gebruiken het om producten door te ontwikkelen en marketing van een product uit te denken. Albert Heijn is bekritiseerd door de VN omdat hun klantprofielen zouden leiden tot stereotiepe beelden. Dat is meteen de eerste valkuil van het werken met personas. Het kan leiden tot een stereotypering van de praktijk. Als je dat gevoel hebt kan het goed zijn meer/weer in gesprek te gaan met de doelgroep.
Hoe ontwikkel je personas?
Het ontwikkelen van de personas werkt goed in een interactieve sessie met een ontwerpgroep bestaande uit verschillende belanghebbenden, vaak inhoudsdeskundigen en andere actoren. Een eerste stap is het bespreken van de belangrijkste (sub-)doelgroepen. Daarna verdeel je de doelgroep onder je ontwerp groep. Vraag je ontwerpgroep in de huid te kruipen van een deelnemer. In kleine groepjes vraag je ze een persona te laten maken door het doorlopen van de volgende stappen:
Maken een tekening van een persoon
Geef een naam
Bedenk een hoe zijn/haar leven en werk eruit ziet
Hoe maakt hij/zij gebruik van het internet? via welke devices?
Waarom doet hij/zij mee met de cursus, training of community?
Wat wil hij/zij leren?
Waar is hij/zij allergisch voor?
Nodig daarna de groepjes uit hun persona te presenteer in de ik-vorm (ik ben Hawa en ik woon in Sarafere) zodat mensen zich echt gaan inleven. Ik heb wel meegemaakt dat mensen een karikatuur gaan maken van de lastige eigenschappen. Probeer hier op door te vragen naar positieve aspecten. Eigenlijk krijg je door deze oefening ook wel gevoel of de ontwerpgroep voldoende voeling heeft met de doelgroep of niet.
NB. Je kunt deze vragen zelf aanpassen of gebruik maken een een empathy-map.
Een grappig tool om te starten met personas zou kunnen zijn Thispersondoesnotexist. Je krijgt dan een random foto. Je kunt ook starten van een fake naam met uinames. Je kunt het land ingeven en dan door op de spatiebalk te klikken krijg je een fake naam, zo krijg ik Camiel de Ruyter geboren in 1989. Dit heb ik nog niet geprobeerd, maar kan misschien wel creativiteit stimuleren. Of probeer eens Make my persona.
Waarom ik geloof in personas
De uitdaging bij ontwerpen vind ik altijd goed aan te sluiten bij de behoeften en de praktijk van de deelnemers. Met name inhoudsdeskundigen denken nogal eens vanuit wat belangrijk is voor iedereen om te weten in plaats van wat de deelnemers nodig hebben. Tegelijkertijd kennen de inhoudsdeskundigen de doelgroep vaak heel goed. Natuurlijk kun je ook de doelgroep uitnodigen of interviews doen, maar je kunt ook personas inzetten als je denkt dat de kennis er wel is.
Ik heb hele positieve ervaringen met het werken met personas. Het maken van personas is ideaal om de kennis over collega’s of de doelgroep boven tafel te krijgen. Vaak is deze kennis er wel in de ontwerpgroep. Door het werken met personas ontwikkelt de groep empathie en krijgt een levendig beeld van de doelgroep. Je dwingt je ontwerpgroep in de huid te kruipen van de toekomstige deelnemers. Personas zijn fictieve karakters en geen personen wat het veel neutraler maakt om over ze te spreken.
Voor het beste effect moet je tijdens het ontwerp wel regelmatig opnieuw door de ogen van de personas kijken. Bij Hawa en Abdel lukte dat goed, in andere gevallen vergeet je dit nog wel eens. Ik weet eigenlijk niet goed hoe dat komt. Misschien teveel personas? Toch niet goed in de huid gekropen van? Of ga je dan toch weer vanuit de inhoud denken?
Doelgroep mee laten ontwerpen versus werken met personas
Je kunt natuurlijk ook de doelgroep uitnodigen om mee te ontwerpen. Dit is niet altijd mogelijk, zoals in het geval van Hawa en Abdel. Als je vertegenwoordigers van de doelgroep uitnodigt in het ontwerpproces is het belangrijk dat zij mee kunnen denken vanuit een breder perspectief dan hun eigen belang. Een persona kan een goed alternatief zijn omdat je over fictieve personen praat en dit geeft ruimte.
Deze blogpost staat ook op ennuonline.com. Als je meer wilt lezen over leren en technologie kun je je daar aanmelden voor onze nieuwsbrief.
Ik liep met Alette, Sjaak en zijn vrouw in Milaan. We hadden één dagje in Milaan voor de conferentie van Hofstede Insights waarin ik een aantal mythes over blended leren moest zien te ontkracht. Als je maar één dag in Milaan hebt wil je natuurlijk graag de dom zien. Ik was bang dat we de verkeerde uitgang hadden van de metro, niet de uitgang waar ‘duomo’ bij stond. Echter, we kwamen de metro uit en Bam! daar was de kathedraal van Milaan. Echt super indrukwekkend. De dom is zo groot dat elke uitgang van de metro er wel heen leidt…. Ik krijg niet dagelijks een uitnodiging om in het buitenland een sessie over blended leren te verzorgen. Toen deze uitnodiging op mijn deurmat viel wilde ik daarom in ieder geval een dagje toerist spelen er aan vast plakken. En dat is gelukt! Ik kan Milaan zeker aanraden. De dom, maar ook de castello Sforzesco is de moeite waard.
Aan de slag met ontkrachten
De volgende dag moest er dan toch gewerkt worden vanaf 10.00. De groep Hofstede Insights consultants heeft nog niet veel ervaring online. Ze adviseren over interculturele communicatie en zitten veel in het vliegtuig, dus er is juist veel potentie om blended te werken lijkt mij. Ik had via de organisatie gehoord dat veel mensen nog wel huiverig staan tegen over online en blended werken. Daarom wilde ik in ieder geval mythes en misconcepties boven tafel krijgen en bespreken. Verder had ik echte klantvragen opgehaald zodat ze aan eigen cases konden werken.
Ik startte de sessie met de blended leren Bingo, daarna presentatie en discussie over de mythes waarna er tijd was om aan de slag te gaan. De groepjes consultants maakten een blended ontwerp voor een eigen gekozen klantvraag. Daarna moesten ze dit ontwerp pitchen aan de klant. Zo konden ze meteen oefenen met het aan de man brengen van een blended ontwerp. Als laatste was er ruimte voor tools en techniek. Hieronder mijn presentatie. NB. het lijkt wel of het invoegen van slideshare presentaties minder goed werkt. Hier is ook de presentatie over online and blended learning
Zijn alle mythes over blended leren ontkracht?
Een aantal wel denk ik. Ik heb mensen zeker enthousiast gemaakt om te gaan experimenteren met blended leren. Een mythe die zeker aan het wankelen is gebracht is “je hebt face-to-face nodig voor emotionele connectie“. We spraken over online dating online en online verliefd worden. Als dat kan: waarom zou je online als trainer geen emoties kunnen oproepen?
Ook het idee dat online leren individueel en saai is ging op zijn kop. Veel zagen online als optimaal voor het overbrengen van informatie (mythe 1). Het leren in eigen tijd is zeker een voordeel, maar dit kan ook sociaal en interactief zijn. Een persoonlijke aanpak online helpt hierbij.
Een ander nieuw inzicht was om blenden in te zetten om je leerproces beter te doseren (niet drie dagen overgieten, maar twee maanden met interculturele communicatie aan de slag). Ook voor spaced repetition en om te helpen bij de toepassing.
Ik ben blij dat ik heb gekozen voor deze focus op onderliggende beelden bij blended leren. De tools en het experimenteren komen hierna wel.
Ik ben vanochtend op de fiets door de zon naar het ROC Midden Nederland gefietst voor een terugblik op een leuk en geslaagd project. Met een team docenten hebben we een SPOC (Small Private Online Course) georganiseerd op het Curatr platform. Binnen de SPOC konden docenten online met elkaar uitwisselen of onderwerpen als sfeer in de klas, structuur, afwisseling en aandacht voor individuele studenten. Het innovatieve is dat de focus ligt op uitwisseling en leren van elkaar en niet op het leren van nieuwe kennis, meer “hoe doe jij dat nou?”
Er waren zo’n 30 leergierige docenten heel actief. Het viel op dat dit bekend groepje is, een groep knowmads die nieuwsgierig zijn en zich willen ontwikkelen. Een van de docenten vertelde dat ze zich ook snel gaat vervelen in de vakantie en dan maar een opleiding gaat doen. Tegelijkertijd is er een groep docenten dat minder lijkt te investeren in eigen professionele ontwikkeling en dan ook niet mee doet met zo’n nieuw initiatief als de SPOC.. Hoe kun je hen ook meekrijgen? Hoe kun je zelfgestuurd leren stimuleren?
Why What makes us curiousi
Is iedereen (latent) een knowmad?
Volgens Forbes is er een sterke relatie tussen leren op de werkplek en blij zijn met je werk.
“There’s a strong positive relationship between how much people learn on the job and how much they love their job”
Dit laat zien dat bij een hoog niveau van leren op de werkplek het mes aan twee kanten snijdt: er wordt continue gewerkt aan innovatie en de professional is ook happy.
Het roept bij mij (weer) de vraag op of iedere professional een intrinsieke motivatie heeft om zich te ontwikkelen? Al dan niet latent. Of is het voor sommigen gewoon prima om jaren dezelfde lessen te draaien? Met andere woorden: is zelfsturing in leren weggelegd voor iedereen? En kun je professionals stimuleren zelf formeel of informeel te leren? De crux zou wel eens kunnen liggen in nieuwsgierigheid.
Nieuwsgierigheid is: de wens om te weten waarom, wat een hoe. Het is een wens naar informatie. Iedereen is nieuwsgierig, al verschilt de mate van nieuwsgierigheid van persoon tot persoon. In Why worden Leonardo da Vinci en Richard Feynman aangehaald als voorbeeld van extreem nieuwsgierige personen. Feynman schijnt zelfs op zijn sterfbed in een halve coma gelegen te hebben en gezegd te hebben: “This dying is boring, I wouldn’t want to do it again!” Nieuwsgierigheid is een gevoel: opwinding en ongemak of zelfs angst. Tot een zekere hoogte leidt onzekerheid over een onderwerp tot nieuwsgierigheid maar als de onzekerheid te groot wordt kan het zo overweldigend worden dat het ongemakkelijk voelt. Als iets totaal overwacht is kan de onzekerheid zo groot worden dat mensen liever het onderwerp vermijden dan erin duiken. Dit doet me trouwens denken aan een vraag van Ger Driesen een aantal jaren geleden: moet leren pijn doen?
Wat maakt iemand nieuwsgierig? – opwinding versus onzekerheid
Litman zegt dat nieuwsgierigheid van twee kanten kan komen, een actie om een gevoel van onzekerheid terug te dringen, of een intrinsiek gemotiveerde staat van opwinding om iets nieuws te leren kennen. Het eerste kun je zien als het lezen van het bordje van een dier in de dierentuin wat je niet kent. Ik stel me het tweede voor als het gevoel als ik een nieuwe tool ontdek. Verder worden we nieuwsgieriger als we als iets over een onderwerp weten en ontdekken dat er kennis ontbreekt dan als we niets van een onderwerp weten. Of iets nieuwsgierigheid opwekt is ook onderzocht door Berlyne en hangt af van nieuwigheid, complexiteit, onzekerheid en conflict.
Nieuw is bv. een nieuw fenomeen zoals een nieuwe diersoort
Complex is als iets een onverwacht patroon volgt
Onzekerheid is als je de afloop niet kunt voorspellen
Conflict is het feit dat nieuwe informatie tegenstrijdig is met oude informatie, hierdoor voel je je ‘onwetend’ en om dat gevoel weg te halen ga je op zoek naar informatie
Twee soorten nieuwsgierigheid
Om nieuwsgierig te zijn hoef je niet goed te zijn in wiskunde of juist de kunsten, maar een voorwaarde lijkt wel te zijn de capaciteit om informatie te verwerken. Er is een verschil tussen perceptual curiosity en epistemic curiosity. Perceptual curiosity is nieuwsgierigheid getriggerd door dingen die gebeuren om je heen die anders zijn dan verwacht, bv. de nieuwsgierigheid van een klas kinderen die een nieuwe leerling in de klas krijgen. Het kan ook een situatie zijn die je niet helemaal snapt. Epistemic curiosity is een hang naar kennis en weten, de drijvende kracht achter de wetenschap. Verder kun je diversive (brede interesse) en specific (op zoek naar specifieke informatie) curiosity onderscheiden zodat je het schema hieronder van Berlyne krijgt. Een voorbeeld van diversive curiosity is bijvoorbeeld je telefoon checken op nieuwe berichtjes. Je bent niet op zoek naar specifieke informatie maar wel nieuwsgierig of er iets is.
Bron: Siobhancribbin.wordpress.com
Wat interessant is: door breinonderzoek is ook duidelijk geworden dat deze twee typen nieuwsgierigheid in verschillende delen van de hersenen zetelen.
Strategieën om nieuwsgierigheid te bevredigen: overzicht en van makkelijk naar moeilijk
Jacqueline Gottlieb heeft onderzoek gedaan naar de strategieën van het brein om via open exploratie nieuwsgierigheid te bevredigen. 52 mensen werden gevraagd een kort computerspel te kiezen om te spelen. Er waren twee verschillende series spellen en de moeilijkheidsgraad varieerde. De strategieën van de 52 personen waren opvallend gelijk: ze startten met de makkelijkste spellen en daarna de moeilijkere. Daarnaast zochten ze naar een overzicht van alle spellen. De spellen van gemiddeld to hoge graad van moeilijkheid werden verschillende keren gespeeld. Interessant voor epistemic nieuwsgierigheid: mensen willen graag het hele landschap overzien. Dit fenomeen wordt wel ‘knowledge-based intrinsic motivation’ genoemd.
Nieuwsgierig zijn kun je leren
Wat kunnen we hieruit afleiden? Dat iedere professional nieuwsgierig is, maar de mate waarin kan wel variëren. Wat ik geleerd heb uit het lezen van Why is de focus op de emotie. Vraag mensen waar ze uit zichzelf nieuwsgierig naar zijn, welke nieuwe informatie worden ze blij van? Waar voel je je onzeker over in je werk? Dit zijn andere vragen dan wat zou je willen leren?
Wat ik er ook uit mee neem: je kunt nieuwsgierigheid in professionals wel degelijk triggeren. Als je kijkt naar Berlyne is de perceptual nieuwsgierigheid makkelijker te stimuleren dan epistemic. Voorbeelden:
Introduceer iets compleet nieuws bv. een nieuwe theorie of een nieuwe technologie die van invloed gaat zijn
Presenteer data die een onverwacht patroon laat zien. Een voorbeeld hiervan is benchlearning
Laat professionals de tanden zetten in een wicked problem, een uitdaging waarvan je de afloop niet kunt voorspellen
Ga op zoek naar informatie die tegenstrijdig is met wat mensen in de organisatie geloven
Last but not least hou ik er een grote vraag voor adaptieve leersystemen aan over: bij deze systemen krijgt de lerende nieuwe informatie of opdrachten voorgeschoteld. Vanuit de behoefte om overzicht te krijgen van het hele veld (van makkelijk naar moeilijk) kan dit nogal frustrerend zijn lijkt mij. Dit hoor ik ook wel van gebruikers, dat ze graag zouden willen weten wat de onderwerpen zijn die ze niet hebben gekregen.
Ik ben Joitske Hulsebosch, adviseur op het gebied van online leren en samenwerken. Ik help organisaties, netwerken en facilitatoren hoe ze nieuwe media kunnen gebruiken. Ik werk graag met online communities en doe ook social netwerk analyses. Ik vind het leuk om praktijkonderzoek te doen, maar ook om te adviseren en workshops te geven. Met Sibrenne Wagenaar werk ik samen in Ennuonline (ennuonline.com) onder het motto: 'Alles over leren met nieuwe media'