We hadden een leuke dag deze week over ‘netwerkleren’. Het bracht ook nogal wat verwarring over deze term aan het licht! Voor sommige gaat netwerkleren echt over online netwerken via social media (‘slimmerkunde’) en leren door uit te wisselen met andere professionals online. Voor anderen gaat netwerkleren over face-to-face (leer-)netwerken gericht op samen leren uit de praktijk, zoals een community of practice. Ik denk dat het niet uit maakt zolang je duidelijk bent over wat je bedoelt. Wees duidelijk over de definitie die je gebruikt. Een definitie die ik leuk vond was: ‘lastige dingen bespreken met anderen, meestal tijdens de lunch’. Je kunt je gewoon voorstellen hoe deze persoon de helderste inzichten heeft door lunchen met een groep van (zelfgekozen) collega’s..
Hier is een diagram die ik zelf in elkaar heb geprutst met een aantal dimensies van leernetwerken. Waar zit jouw leernetwerk op die dimensies? Als je praat over een gesloten, face-to-face, netwerk gericht op probleemoplossing heb je het over iets anders als wanneer je praat over een dynamische twitter community rond een bepaalde hashtag. Dit is prima, zolang je niet vanuit verschillende perspectieven over advies praat. In dat geval is het goed om specifieker te zijn. Sommige mensen waren duidelijk van mening dat het leernetwerken organisch en zelf-georganiseerd moeten zijn. Ik ben het hier niet mee eens omdat ik denk dat je heel veel kunt doen om leernetwerken effectief te laten zijn. Ik Barab te citeren: “You can not design communities of practice but you can design for communities of practice”.
Informeel en formeel leren droeg ook een steentje bij aan de verwarring. Hoewel ik het zelf ook gebruik is het eigenlijk geen nuttig onderscheid. Formeel leren wordt hierdoor weggezet als ‘star’ en instructiegestuurd, bij de term informeel leren denken mensen dat ze niets kunnen doen om het te stimuleren. Ik zal proberen om een duidelijker taal te gebruiken in de toekomst. Activiteiten om leerprocessen te ondersteunen kunnen wel meer of minder geformaliseerd zijn. Een voorbeeld: mijn persoonlijke vraag is op dit moment hoe ik handige dingen kan leren voor mijn Mac-computer. Ik kan dit te leren door middel van een klassikale cursus, ik kan dit leren door vragen te stellen op een online Forum. Ik zou ook kunnen leren door collega’s die een Mac hebt te vragen. Het leren is ongeveer hetzelfde proces, de activiteiten verschillen maar het een is niet beter dan het ander. Hooguit kan ik een voorkeur hebben.
Wat meer of minder geformaliseerd en gestructureerd is de organisatie van de leeractiviteiten. Aan de ene kant heb je een zelf-georganiseerd proces waarbij er niets wordt georganiseerd, gestuurd of gefaciliteerd. Aan de andere kant een goed voorbereid en gestructureerd curriculum. Beide hebben voordelen, in een zelf-gestructureerd proces van de persoon is volledig in controle stuurt zelf zijn / haar leerproces. Bij het opstellen van een curriculum mensen hebben diep nagedacht over het veld de inhoud. Vaak worden trainingen in formeel leren beschreven als een soort karikatuur, waarbij de deelnemers alleen informatie te ontvangen. In werkelijkheid zullen vele trainingsprogramma’s ook proberen om te linken naar de vragen en ervaringen van de deelnemers en gebruik maken van activerende werkvormen. Tussen de twee extremen is het interessante gebied waar je creatief kunt bedenken hoe je professionals kunt stimuleren en begeleiden. Bijvoorbeeld door leernetwerken. Of het stimuleren van professionals om te gaan bloggen. Voeg een coach toe aan een werkgroep of reflectie te stimuleren. Introduceer een soort ‘after action reviews’. Of verbind mensen geïnteresseerd in hetzelfde thema via Twitter hashtags. Dat zijn activiteiten die proberen om het beste van beide werelden te combineren vanuit een visie van zelf-gestuurd/ eigengereid leren. In de ene situaties zal daar meer voor georganiseerd moeten worden als in de andere situatie.
Hier is mijn presentatie op Prezi: