Breinleren meets Sociale media

Op 17 april organiseer ik samen met Ria van Dinteren en Sibrenne Wagenaar een middag ‘Breinleren meets social media’.  (voor meer informatie zie onze website Ennuonline). Breinleren geeft een wetenschappelijke onderbouwing geeft aan HRD-ers, trainers, opleiders en facilitatoren, kortom aan iedereen die zich bezig houdt met het faciliteren van leren en opleiden. Lees hier het artikel van Ria van Dinteren over breinleren of lees het boek Brein@work van Ria van Dinteren en Nina Lazeron. Soms worden dingen die je intuïtief doet uit ervaring onderbouwd door wetenschappelijke inzichten. Soms moet het ook net even anders.. Ik denk dat je altijd leren meer organiseert vanuit je eigen voorkeuren, dus ik ben ervan overtuigd dat het systematisch toepassen van de inzichten uit breinleren helpt om leerinterventies te verbeteren. Tijdens het voorbereiden van deze middag werd ik al erg enthousiast over de onderbouwing die het biedt voor de manier waarop ik sociale media inzet als instrument bij leertrajecten, bijvoorbeeld door een mooie sandwich maken met online en face-to-face leren. Hoewel er ook mensen zijn die denken dat alles via sociale media spontaan moet gaan, geloof ik sterk in de mogelijkheid om hier in te faciliteren, te stimuleren en te katalyseren. Zo kun je als trainer hopen (of lijdzaam toezien) dat je groep zelf een LinkedIn of Facebook groep start om tussen twee bijeenkomsten uit te wisselen, maar je kunt hier ook een faciliterende rol in nemen.

Wat zijn de belangrijkste breinprincipes en hoe kun je sociale media slim inzetten om krachtige leersituaties te creëren? De belangrijkste principes bespreek ik hieronder (gebaseerd op dit artikel Breinleren: de werkvorm voorbij) en verken dan wat dat betekent voor het gebruik van sociale media.

Het emotionele brein- we kunnen de kracht van emotie gebruiken bij het leren. Een mooi verhaal kun je inzetten om informatie te koppelen aan een emotie. Plezier hebben in wat je doet helpt ook.

Hoe kun je dit toepassen als je werkt met sociale media? Ten eerste kun je zorgen dat je een verrassend nieuw medium inzet. Groepen die niet gewend zijn aan Skype teleconferenties kunnen heel enthousiast raken over het medium. Je bouwt als het ware meer variatie in je programma. Maar ook een oefening om een samenvatting te geven per sms kan hieronder vallen. Online kun je makkelijk gebruik maken van youtube video’s of vragen naar persoonlijke ervaringen als je werkt met een afgesloten omgeving. Echter, sociale media kunnen ook een valkuil zijn. Als de techniek niet werkt, kan het een verschrikkelijk teleurstellende ervaring worden. Ik heb een keer problemen gehad met een eerste online webinar, en dit bleef een ervaring die terug bleef komen. Het feit dat mensen bij face-to-face bijeenkomsten bijna allemaal te laat kwamen door fileproblemen was geaccepteerd maar de ervaring dat je de eerste 10 minuten niets kon horen en niet wist hoe je het moest oplossen was erg stressvol.

Het verbindende brein – Hersenen zijn niet statisch maar plastisch, we maken steeds nieuwe verbindingen aan in onze hersenen. Aansluiten bij een bekende context en bestaande ervaringen maakt het leren makkelijker. Dit verklaart ook waarom consultants met ervaring in een bepaalde sector vaak meer succes hebben met hun advies dan consultants van buiten de sector: ze kunnen aansluiten bij bekende en herkenbare zaken en de taal in de sector.

Hoe kun je dit gebruiken bij het inzetten van sociale media als leerinstrument? Een manier waarop je dit kunt doen is het koppelen van virtuele ervaringen aan real life (echte en bekende) ervaringen. Zo gebruik ik in mijn online trajecten vaak bekende worden zoals ‘bungalows’, ‘bibliotheek’ of ‘gesprekstafel’. Virtueel werken is eigenlijk geen goed woord, het heeft teveel associaties met science fiction-achtige taferelen. Een Yamjam klinkt al veel gezelliger. Tevens kun je dit benutten door online veel ruimte te bieden om een vertaling te maken naar de eigen situatie. Dan wel door vooraf hier naar te vragen en zo beter aan te kunnen sluiten bij de praktijk en ervaringen, dan wel na een bijeenkomst.

Het informatie verwerkende brein – we kunnen maar een beperkte hoeveelheid informatie onthouden. Veel herhaling zorgt voor een betere opslag. Zo ken ik nog het rijtje: bon, beau, nouveau, joli, gros, haut, long, petit, jeune, vieux, mauvais, méchant, autre, vast, meilleur et grand zonder te weten wat daar ook alweer mee aan de hand was. Simpelweg omdat het erin gestampt is. Voor een betere consolidatie is bovendien voldoende slaap nodig.

Wat zegt dit ons over het gebruik van sociale media? Dit principe is natuurlijk een mooi pleidooi voor het gebruik van een online- face-to-face- online sandwich model waarin je op verschillende manieren terugkomt op hetzelfde onderwerp.

Voeding en ons brein – Ons brein heeft voeding nodig om te kunnen leren, zuurstof, beweging en slaap. Behalve deze fysieke behoeften moet ons brein ook gevoed worden met uitdaging, een mooie omgeving. Spiegelneuronen zorgen ervoor dat we makkelijker iemand nadoen.

Wat leert dit ons over sociale media als leerinstrument? Zorg dat het brein gevoed wordt- met mooie videos, een aantrekkelijk blog, linken naar interessante artikelen en blogposts. In een online traject bleek dat van de deelnemers er maar 2 helemaal in de online bibliotheek waren gedoken, maar die waren daar wel helemaal door geënthousiasmeerd. Online is het veel meer mogelijk om diversiteit voor het brein aan te bieden, verschillende activiteiten, de mogelijkheid om door te linken.

Ik zie wel iets opbloeien tussen het brein en sociale media..

This entry was posted in Nieuwe leerinterventies and tagged , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published.

*