(foto hangop door Debra Solomon)
Wat doe je als je eens hangop wilt maken? Vraag je de buurvrouw, bel je je een tante of zoek je op internet? Vrijdag bleek dat moeders zoekt in een kookboek en zoonlief zoekt op internet naar een filmpje en heeft het al sneller gevonden. Afgelopen vrijdag was het FCE café een open uitwisseling georganiseerd door alumni van de FCE. Het slim gebruiken van video stond centraal. Hoe kun je video inzetten binnen het onderwijs of een leertraject. De middag begon met een gesprek over veranderend gebruik van video wat al meteen wat nieuwe inzichten opleverde over de kracht en de belangrijke plek van dit medium:
- Een student van de middelbare school vindt op youtube een jongen die goed wiskunde uit kan leggen en ‘s avonds laat zijn nieuwe uitleg online zet als hobby.
- Das stroppen: even zoeken op Youtube naar een handige uitleg.
- Een speciaal mes gekocht maar uiteindelijk toch niet weten hoe het werkt? In plaats van de handleiding lezen sneller een filmpje gezocht.
Hoe kun je video inzetten in onderwijs of leertraject? Vanuit twee casussen binnen een hogeschool en een overheidsorganisatie hebben we gekeken hoe video op verschillende manieren wordt gebruikt en de filmpjes bekeken. Annelies Ranzijn (zie foto) deelde de ervaringen van Hogeschool Inholland met weblectures en ik onze ervaringen met het gebruik van video binnen een online leertraject, samen bestreken we zo mooi het scala van professioneel naar amateur gebruik van video met alles er tussenin. Een aantal voorbeelden van hoe je video kunt inzetten hebben we bekeken:
- Weblectures van 5-7 minuten over algemene onderwerpen zoals bv. taal.
- Instructiefilmpjes van 1 minuut hoe je iets moet doen, bv. je email instellingen wijzigen.
- Tedtalks of andere sprekersvideos die al op internet te vinden zijn, tedtalks van verschillende lengte.
- Screencasts zelf maken vanuit een powerpoint of prezi met uitleg.
- Opnemen van Skype interviews en webinars zodat anderen ook later mee kunnen kijken.
Professioneel of amateur? Hoewel er verschil is in gebruik van professionele staf en apparatuur binnen de hogeschool en goedkopere tools is er in alle gevallen een afweging te maken. Een investering in professionelere productie leent zich voor grotere aantallen studenten en een inhoud die redelijk constant blijft, zoals bijvoorbeeld de vergelijkende trappen bij de Nederlandse taal. Amateuropname is handig omdat het binnen het bereik van de trainer/ facilitator ligt om dit te produceren. Het leent zich voor maatwerk bij kleinere aantallen deelnemers en inhoud die snel verandert, bv. het beleid. Natuurlijk bepaalt soms gewoon het beschikbare budget of je voor professionele of amateuropnames gaat!
Een aantal lessen en observaties vanuit de twee cases...Het grappige is dat er een aantal lessen zijn die herkenbaar zijn vanuit beide cases.
- Zo is in beide gevallen gekozen voor filmpjes van rond de 10 minuten of korter. Hogeschool Inholland is teruggekomen van het opnemen van hele colleges. In sommige gevallen wordt wel gekozen voor een Tedtalk van max 20 minuten.
- Ook in beide gevallen wordt gekozen om te werken met eigen docenten/medewerkers in de hoofdrol, in plaats van acteurs of professionele externen. Dit verhoogt het eigenaarschap en zo maak je gebruik van de kennis vanuit de organisatie. Niet elke docent of professional is meteen enthousiast, soms voelen mensen zich niet veilig of zeker genoeg om voor de camera te kruipen. Wat je dan kunt doen is starten met het uitnodigen van de mensen die meteen enthousiast zijn voor de nieuwe media en mogelijkheden, dit aan anderen laten zien en zo proberen meer professional te interesseren om ook een filmpje op te gaan nemen. Het maken van een (korte) weblecture of screencast vereist dat je terug gaat naar de kern van de inhoud
- Film situaties van buiten het leertraject (interviews uit het buitenland via skype, filmen op een bouwterrein) maken een goed link naar de praktijk mogelijk.
- Het leerrendement van de video’s is goed. In beide gevallen is het kijken van de filmpjes optioneel, en niet verplicht. Bij de taallessen bijvoorbeeld kan een student ook kiezen om alleen aan de klassikale lessen mee te doen. Deelnemers van de leertrajecten geven duidelijk geleerd hebben uit de video’s met opdrachten en discussies (er is geen eindtoets) en bij de hogeschool zijn de toetsresultaten positief, beter dan zonder de weblectures.
- Tenslotte zijn de statistieken van het aantal keren dat een video is bekeken heel handig om te weten wat aanslaat. Dit geeft goede informatie over welke weg in te slaan.
Overigens is hier een interessant onderzoek op Kennisnet te vinden naar multimedia en het effect op leerrendement. Het blijkt dat meer beeld niet altijd meer leereffect heeft, voor lange termijn is tekst ook heel belangrijk. Wel is het goed om terug te komen op het geleerde en dit kan door video vooraf te gebruiken en er later op terug te komen.
Wil je zelf leren screencasten? Op 26 september is weer een nieuwe screencast workshop van En nu online gepland.