Ik ben vanochtend op de fiets door de zon naar het ROC Midden Nederland gefietst voor een terugblik op een leuk en geslaagd project. Met een team docenten hebben we een SPOC (Small Private Online Course) georganiseerd op het Curatr platform. Binnen de SPOC konden docenten online met elkaar uitwisselen of onderwerpen als sfeer in de klas, structuur, afwisseling en aandacht voor individuele studenten. Het innovatieve is dat de focus ligt op uitwisseling en leren van elkaar en niet op het leren van nieuwe kennis, meer “hoe doe jij dat nou?”
Er waren zo’n 30 leergierige docenten heel actief. Het viel op dat dit bekend groepje is, een groep knowmads die nieuwsgierig zijn en zich willen ontwikkelen. Een van de docenten vertelde dat ze zich ook snel gaat vervelen in de vakantie en dan maar een opleiding gaat doen. Tegelijkertijd is er een groep docenten dat minder lijkt te investeren in eigen professionele ontwikkeling en dan ook niet mee doet met zo’n nieuw initiatief als de SPOC.. Hoe kun je hen ook meekrijgen? Hoe kun je zelfgestuurd leren stimuleren?
Is iedereen (latent) een knowmad?
Volgens Forbes is er een sterke relatie tussen leren op de werkplek en blij zijn met je werk.
“There’s a strong positive relationship between how much people learn on the job and how much they love their job”
Dit laat zien dat bij een hoog niveau van leren op de werkplek het mes aan twee kanten snijdt: er wordt continue gewerkt aan innovatie en de professional is ook happy.
Het roept bij mij (weer) de vraag op of iedere professional een intrinsieke motivatie heeft om zich te ontwikkelen? Al dan niet latent. Of is het voor sommigen gewoon prima om jaren dezelfde lessen te draaien? Met andere woorden: is zelfsturing in leren weggelegd voor iedereen? En kun je professionals stimuleren zelf formeel of informeel te leren? De crux zou wel eens kunnen liggen in nieuwsgierigheid.
Nieuwsgierigheid ontleed in het boek Why
In het boek Why? What makes us curious van Mario Livio wordt nieuwsgierigheid helemaal ontleed.
Nieuwsgierigheid is: de wens om te weten waarom, wat een hoe. Het is een wens naar informatie. Iedereen is nieuwsgierig, al verschilt de mate van nieuwsgierigheid van persoon tot persoon. In Why worden Leonardo da Vinci en Richard Feynman aangehaald als voorbeeld van extreem nieuwsgierige personen. Feynman schijnt zelfs op zijn sterfbed in een halve coma gelegen te hebben en gezegd te hebben: “This dying is boring, I wouldn’t want to do it again!” Nieuwsgierigheid is een gevoel: opwinding en ongemak of zelfs angst. Tot een zekere hoogte leidt onzekerheid over een onderwerp tot nieuwsgierigheid maar als de onzekerheid te groot wordt kan het zo overweldigend worden dat het ongemakkelijk voelt. Als iets totaal overwacht is kan de onzekerheid zo groot worden dat mensen liever het onderwerp vermijden dan erin duiken. Dit doet me trouwens denken aan een vraag van Ger Driesen een aantal jaren geleden: moet leren pijn doen?
Wat maakt iemand nieuwsgierig? – opwinding versus onzekerheid
Litman zegt dat nieuwsgierigheid van twee kanten kan komen, een actie om een gevoel van onzekerheid terug te dringen, of een intrinsiek gemotiveerde staat van opwinding om iets nieuws te leren kennen. Het eerste kun je zien als het lezen van het bordje van een dier in de dierentuin wat je niet kent. Ik stel me het tweede voor als het gevoel als ik een nieuwe tool ontdek. Verder worden we nieuwsgieriger als we als iets over een onderwerp weten en ontdekken dat er kennis ontbreekt dan als we niets van een onderwerp weten. Of iets nieuwsgierigheid opwekt is ook onderzocht door Berlyne en hangt af van nieuwigheid, complexiteit, onzekerheid en conflict.
- Nieuw is bv. een nieuw fenomeen zoals een nieuwe diersoort
- Complex is als iets een onverwacht patroon volgt
- Onzekerheid is als je de afloop niet kunt voorspellen
- Conflict is het feit dat nieuwe informatie tegenstrijdig is met oude informatie, hierdoor voel je je ‘onwetend’ en om dat gevoel weg te halen ga je op zoek naar informatie
Twee soorten nieuwsgierigheid
Om nieuwsgierig te zijn hoef je niet goed te zijn in wiskunde of juist de kunsten, maar een voorwaarde lijkt wel te zijn de capaciteit om informatie te verwerken. Er is een verschil tussen perceptual curiosity en epistemic curiosity. Perceptual curiosity is nieuwsgierigheid getriggerd door dingen die gebeuren om je heen die anders zijn dan verwacht, bv. de nieuwsgierigheid van een klas kinderen die een nieuwe leerling in de klas krijgen. Het kan ook een situatie zijn die je niet helemaal snapt. Epistemic curiosity is een hang naar kennis en weten, de drijvende kracht achter de wetenschap. Verder kun je diversive (brede interesse) en specific (op zoek naar specifieke informatie) curiosity onderscheiden zodat je het schema hieronder van Berlyne krijgt. Een voorbeeld van diversive curiosity is bijvoorbeeld je telefoon checken op nieuwe berichtjes. Je bent niet op zoek naar specifieke informatie maar wel nieuwsgierig of er iets is.
Wat interessant is: door breinonderzoek is ook duidelijk geworden dat deze twee typen nieuwsgierigheid in verschillende delen van de hersenen zetelen.
Strategieën om nieuwsgierigheid te bevredigen: overzicht en van makkelijk naar moeilijk
Jacqueline Gottlieb heeft onderzoek gedaan naar de strategieën van het brein om via open exploratie nieuwsgierigheid te bevredigen. 52 mensen werden gevraagd een kort computerspel te kiezen om te spelen. Er waren twee verschillende series spellen en de moeilijkheidsgraad varieerde. De strategieën van de 52 personen waren opvallend gelijk: ze startten met de makkelijkste spellen en daarna de moeilijkere. Daarnaast zochten ze naar een overzicht van alle spellen. De spellen van gemiddeld to hoge graad van moeilijkheid werden verschillende keren gespeeld. Interessant voor epistemic nieuwsgierigheid: mensen willen graag het hele landschap overzien. Dit fenomeen wordt wel ‘knowledge-based intrinsic motivation’ genoemd.
Nieuwsgierig zijn kun je leren
Wat kunnen we hieruit afleiden? Dat iedere professional nieuwsgierig is, maar de mate waarin kan wel variëren. Wat ik geleerd heb uit het lezen van Why is de focus op de emotie. Vraag mensen waar ze uit zichzelf nieuwsgierig naar zijn, welke nieuwe informatie worden ze blij van? Waar voel je je onzeker over in je werk? Dit zijn andere vragen dan wat zou je willen leren?
Wat ik er ook uit mee neem: je kunt nieuwsgierigheid in professionals wel degelijk triggeren. Als je kijkt naar Berlyne is de perceptual nieuwsgierigheid makkelijker te stimuleren dan epistemic. Voorbeelden:
- Introduceer iets compleet nieuws bv. een nieuwe theorie of een nieuwe technologie die van invloed gaat zijn
- Presenteer data die een onverwacht patroon laat zien. Een voorbeeld hiervan is benchlearning
- Laat professionals de tanden zetten in een wicked problem, een uitdaging waarvan je de afloop niet kunt voorspellen
- Ga op zoek naar informatie die tegenstrijdig is met wat mensen in de organisatie geloven
Sibrenne heeft dit uitgewerkt in 3 manieren om senioren weer aan het leren te krijgen. Stimuleer nieuwsgierigheid.
Last but not least hou ik er een grote vraag voor adaptieve leersystemen aan over: bij deze systemen krijgt de lerende nieuwe informatie of opdrachten voorgeschoteld. Vanuit de behoefte om overzicht te krijgen van het hele veld (van makkelijk naar moeilijk) kan dit nogal frustrerend zijn lijkt mij. Dit hoor ik ook wel van gebruikers, dat ze graag zouden willen weten wat de onderwerpen zijn die ze niet hebben gekregen.