Ik heb besloten vanaf nu hetzelfde op mijn Engelse blog en dit blog te schrijven. Dus mocht je liever Engels lezen kun je naar http://joitskehulsebosch.blogspot.com surfen.. Ik wilde hier duidelijker over mijn werk bloggen, en in het Engels wat breder maar het verschil wordt steeds kleiner tussen de onderwerpen daar en hier. Vandaar!
Donderdag heb ik een sessie gefaciliteerd voor de context masterclass draagvlakversterking over sociale media. Het was leuk. Na een presentatie hebben we een kaartspel in kleine groepen gepraat over de verschillende ervaringen in het werken met sociale media voor draagvlakversterking. Hier kwamen verschillende dilemma’s naar voren. We eindigden met drie deelnemers die vanachter de computer een voorbeeld van hun werk met sociale media lieten zien en wat fijne kneepjes deelden. Hier is de presentatie als je geïnteresseerd bent en hier is de link naar de wiki die ik voor de sessie gemaakt heb.
Een grote les voor mij is dat de sociale media mensen (waaronder ikzelf) de neiging hebben zich te richten op de succesverhalen, waardoor het allemaal een eenvoudige zaak lijkt. Zie hoe mensen samenwerken via de twitterveiling en 119.000 euro voor Haïti bij elkaar hebben gebracht. Kijk wat Lego doet om de klanten te krijgen om deel te nemen in het ontwerp. Vaak circuleren dezelfde verhalen. Maar als je kijkt naar de praktijk zijn deze cases moeilijk te reproduceren omdat de omstandigheden in deze voorbeelden allemaal meezaten. Vaak was er een onderwerp waar mensen heel geïnteresseerd in waren… Wij hebben een virale video bekeken (where the hell is Matt) betekent niet dat je eigen video ook viraal zal gaan…. Omdat Esmee Denters via youtube is ontdekt, wil het niet zeggen dat jij met je zangvideo ook beroemd wordt… Gelukkig hadden we genoeg ruimte in de middag om de echte verhalen en uitdagingen te delen. Volgende keer zal ik proberen om ook een aantal minder succesvolle verhalen in de presentatie aan te halen.
Hierbij vast een aantal verhalen die niet echt succesverhalen zijn:
* Een organisatie was door een extern bureau enthousiast gemaakt om te beginnen met een online community. De site is gebouwd, maar niemand had de tijd om zich met de online community te bemoeien. De site is (bijna) leeg.
* Na een leuke bijeenkomst van een groep mensen hebben de organisatoren een facebook-groep aangemaakt voor de deelnemers van het evenement. Het doel van deze groep is niet besproken en niemand voelde zich verantwoordelijk. Er gebeurde niets.
* Een organisatie wilde handtekeningen van mensen te verzamelen voor een petitie. In de hoop dat mensen het door zouden sturen en ondertekenen. Er werden maar een paar handtekeningen verzameld en de petitie is nooit aangeboden.
* Een organisatie bouwde een site waar mensen een profiel kunnen aanmaken en uitwisseling op een forum. Mensen maken wel een profiel aan, maar reageren niet of nauwelijks op het forum.
Het is zeer aantrekkelijk iets als een online netwerk, online community of groep op een sociaal netwerk zoals Facebook op te zetten. Maar het is een ander ding om na te denken over wat nodig is in termen van facilitering en ondersteuning en wat je er echt mee wilt bereiken. Het lijkt een valkuil waar we allemaal snel invallen.
Ik merkte uit de reacties van de deelnemers dat de hoeveelheid informatie een groot probleem. Niet iedereen is blij om een online community te moeten faciliteren naast zijn werk of om twitter voor de organisatie te managen, omdat ze al overstelpt met informatie. Dit vermindert het enthousiasme en maakt dat het werken met sociale media wordt gezien als een last en tijdrovend. Ik weet niet wat de oplossing is. Aan de ene kant ik denk dat mensen de vaardigheiden om grote hoeveelheden informatie te verstouwen aan moeten leren, aan de andere kant zou het beste zijn te werken met de mensen die dit makkelijk afgaat. Menno Lanting in zijn boek Connect! noemt het feit dat de oude taken zouden moeten veranderen, het werken met sociale media moet er niet bij komen maar andere manieren van werken vervangen.
Ten slotte merkte ik weer hoe goed het is om iets voor de tweede of derde keer te kunnen doen. We gebruikten de evaluatie van de deelnemers van vorige jaar’s sessie. Zo konden we de elementen die werden gewaardeerd erin houden en een aantal wensen toevoegen zoals de behoefte aan tips en trucs.