Sociale media voor ontwikkelingsorganisaties

Het afgelopen half jaar heb ik met  Josien Kapma and Sibrenne Wagenaar 14 organisaties uit verschillende landen begeleid in het leren van de kracht en mogelijkheden van sociale media en verkennen wat de organisatie er mee kan. Het werkte heerlijk met zijn 3-en. We vonden elkaar makkelijk op de manier van organiseren en de nadruk die je in de training legt op het zelf experimenteren, het zelf uitvinden van de richting die je op wilt met sociale media. We konden ook makkelijk taken of rollen van elkaar overnemen. Als je een gedeelte online faciliteert is het helemaal fijn. Zo zei een deelnemer: “during the online trajectory you could learn a lot, you always got an answer within an hour“. Dat kan natuurlijk alleen als je met meerdere personen online faciliteert, anders wordt het een uitputtingsslag.

Het voelde heel luxe om een half jaar met een groep te kunnen werken. Veel sessies zijn een hele of halve dag en dan weet je niet hoe het verder gaat. Dus nu heb ik kunnen zien dat verschillende organisaties er ook werkelijk heel verschillende dingen uitpikken. Een aantal voorbeelden van wat organisaties anders zijn gaan doen naar aanleiding van dit traject:

  • Een organisatie had nog geen communicatie persoon in dienst en wil er binnenkort wel een aannemen. Ze gaan nu specifiek zoeken naar iemand met sociale media ervaring en/of kennis.
  • Een andere organisatie gebruikt nu Facebook en online videos voor voorlichting aan de jeugd. Ook in Uganda zitten jongeren nu veel op Facebook. Ook hebben ze een Facebook groep om intern tussen projecten informatie te delen.
  • Twee organisaties kenden Skype nog niet, en gebruiken het nu voor groepsvergaderingen. Ook files sturen is makkelijker via Skype als de internet verbinding niet zo goed is.
  • Een organisatie in Senegal heeft een Twitter account en blog gestart om de vele Afrikaanse en internationale partners op de hoogte te houden van ontwikkelingen in de organisatie. Ze willen ook een wiki gaan opzetten over klimaatverandering.
  • Nog een voorbeeld: een organisatie is op zoek naar meer zichtbaarheid van de organisatie onder donoren. Zij werken aan een corporate blog en gebruiken nu RSS en Google alert om online op de hoogte te blijven van donor ontwikkelingen. Zodat ze daar beter bij kunnen aansluiten of kunnen anticiperen op ontwikkelingen (lees bezuinigingen en beleidswijzigingen).

Het hele traject zag er als volgt uit: we begonnen met een intake gesprek, gevolgd door 3 weken online training: tools, kennismaken, en uitwisselen over persoonlijk en professioneel gebruik van sociale media. Voor één deelnemer viel hierdoor het kwartje dat je sociale media ook vanuit een professionele bril kunt bekijken. Zij had vooral ervaring met deze media om met vrienden uit te wisselen. Hierna hadden we een week samen in Nederland, gevolgd door 2 maanden coaching. Een aantal lessen die ik voor mijzelf trek:

  • Vind een balans tussen online en face-to-face die voor de groep werkt. Het online begin maakte het mogelijk voor deelnemers om in hun eigen tempo wat te experimenteren. Het hielp ons de ‘koplopers’ er al uit te halen en een goed beeld te krijgen van de online vaardigheden. Dit was een levendige uitwisseling, maar dit lukte ons helaas niet na de face-to-face bijeenkomst. Ik denk dat het helpt ergens naar toe te werken. Na de face-to-face moest iedereen weer in zijn eigen ritme komen en ontbrak de tijd om online veel uit te wisselen.  Uiteindelijk kreeg de face-to-face een veel hoger cijfer in de eindevaluatie als het online gedeelte, hoewel mensen net na het online gedeelte er heel enthousiast over waren. Ik denk toch omdat dit bekender is, en je energie krijgt van de groep.
  • Gebruik de combinatie van een mailing lijst en een online leerplatform. Er zaten veel verschillen in internet toegang, bandbreedte en online vaardigheden. Sommigen waren minder zichtbaar doordat ze na het werk thuis op internet moesten (met een kaart voor een uur). Het gebruik van een ouderwetse mailing lijst als basis zou voor deze mensen makkelijker zijn geweest.
  • Werk aan het gebruik van sociale media binnen de context van eigen taken voor je over collectief gebruik op organisatie niveau nadenkt. Onze (arme) deelnemers moesten na de week face-to-face al een organisatie strategy bedenken. Hoewel de kwaliteit niet slecht was, was het toch vaak heel algemeen gesteld. Ik denk dat het gewoon veel te vroeg is om meteen een strategie te schrijven en dat je je beter kunt richten op je eigen taak. Hier komt bij dat dit voor een aantal directeuren natuurlijk veel makkelijker was dan voor een communicatiemedewerker of ICT-er. In een grafiekje kun je het vooral over de eerste twee niveaus hebben. Als mensen dan wat meer ‘online uren’ hebben gemaakt, kun je het pas over een organisatiebrede strategie hebben. Een half jaar is gewoon ook nog best kort. Zelf ben ik al vanaf 2005 bezig, begonnen met bloggen.
  • Erken dat het voor sommige organisaties niet opportuun is om veel te investeren in sociale media. Veel organisaties netwerken zich al wel suf, maar dan vooral face-to-face (en via mobiele telefoon).  Sociale media kunnen hier mooi bij aansluiten en dit netwerken nog krachtiger maken. Waarom is het dan toch soms niet verstandig? Op sommige onderwerpen zitten nog niet veel mensen online. Als je de eerste bent heb je ook meteen een taak om anderen in te wijden. Als je als één van de eerste organisaties in je land een professionele blog hebt wat niemand leest, kost het veel energie en levert het misschien niet zoveel op.  Natuurlijk vind ik wel dat je de ontwikkelingen moet blijven volgen. Ze gaan zo snel, ook in landen als Vietnam.
This entry was posted in Sociale technologie and tagged , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published.

*