Ik was niet zo lang geleden uitgenodigd op de middelbare school van mijn dochter voor een avond over sociale media en het viel me op dat het onderwerp vooral benaderd wordt vanuit angst. Super dus dat ik werd uitgenodigd om 3 sessies te doen voor docenten van een middelbare school. Je kunt je wel voorstellen dat de hoofdmoot mijn verhaal is: de 4 kansen voor het voortgezet onderwijs.
- Leren en uitwisselen tussen docenten onderling
- Innovatie in de les
- Slimmerkunde/mediawijsheid in het curriculum
- Reputatiemanagement
Hieronder de presentatie.
Na de presentatie ging iedereen op ‘tooltour’ in de mediatheek. Twitter was populair, maar ook RSS readers als igoogle om een startpagina te hebben om informatie bij te houden. Een groepje keek ook naar een wiki, kun je wellicht alle vragen per mail over examenantwoorden handiger afhandelen door het in een wiki te doen? Het bleek dat de twitter account met de naam van de school al bezet was, waarschijnlijk door een aantal studenten.
Als laatste had ik World Café- achtige tafels ingericht met hierop vragen rondom de 4 kansen. Docenten mochten dan zelf kiezen bij welke tafel ze mee gingen praten (in twee rondes). Het was erg leuk om te zien dat het onderwerp wel echt leeft en iets losmaakt! In de presentatie vonden mensen wel dat er erg veel nieuwe dingen zaten (in straf tempo). Leuk om te zien welke discussies er ontstonden: de groep bij de tafel over leren door docenten kregen een heel gesprek over de toekomst van onderwijs: hoe ziet het onderwijs er over 10 jaar uit, en welke didactische principes zullen dan gelden? De groep over mediawijsheid/slimmerkunde kwam erachter dat de bovenbouw dacht dat dat in de onderbouw al wel behandeld was (en vice versa waarschijnlijk). En kwam tot de constatering dat er vooral op incidenten gereageerd wordt ipv systematisch in het onderwijs programma aandacht aan besteed.
Wat me opviel in informele gesprekken met docenten tussendoor is dat er zoveel verschil is in hoe docenten ermee om gaan. Een aantal pioniers (wel een duidelijke minderheid) lopen voorop, twitteren zelf, lezen edublogs, maken gebruik van blogs en stemmen in de les bijvoorbeeld. Andere docenten zien wel in dat het een verandering is die belangrijk is, maar willen zelf liever niet meer tijd achter de computer doorbrengen (“ik speel liever muziek en ik loop hard”). Anderen zijn duidelijk op zoek naar directe toepassingen die wel werken, mn om de lessen beter te maken, maar zijn bang dat het hen kwetsbaarder maakt. Hoe voorkom je dat leerlingen spelletjes gaan doen als ze op internet zitten in de klas? Hoe voorkom je dat uitspraken meteen online worden geplaatst? (mijn antwoord zou zijn: ook lessen met sociale media goed structureren in wat er verwacht wordt en afspraken maken).
Als laatste leek er inderdaad wel behoefte aan een soort richtlijnen voor docenten (wat deel je, word je wel of niet ‘bevriend’ met leerlingen), maar wel met genoeg ruimte om daarbinnen je eigen weg te bepalen.